Het patroontekenen, zoals wij dat toepassen, is van redelijk recente datum. Pas sinds het gebruik van de metrische schaal (cm, inch) rond 1820 kunnen patroonsystemen gebaseerd op maatsystemen worden opgezet. Vóór die tijd worden maten genomen door middel van touwtjes of stroken papier en is het vakmanschap van de kleermaker des te meer bepalend voor de pasvorm.
Het kleermakersvak vóór de maatsystemen
Over het algemeen wordt het boek Libro de Geometrica, Practica y Traça van Juan de Alcega (1589) beschouwd als een van de eerste patronenboeken. In strikte zin is het echter geen patronenboek, maar meer een stofleggingenboek. De daadwerkelijk gebruikte patronen zijn het kapitaal van de kleermaker; een geheim dat hij niet zo snel prijs zal geven. Het gildensysteem, waarbij de meester zijn gezel de kneepjes van het vak aanleert, versterkt de bescherming van het kleermakersvak en de opleiding. De meesterkleermaker bepaalt hoeveel en welke kennis op de gezel wordt overgedragen. Zijn vakkennis is zijn oudedagskapitaal. De persoonlijke benadering maakt dat er weinig echte oude patronen bewaard zijn gebleven. En als ze al bewaard zijn gebleven, zijn de basisuitgangspunten dan nog te herleiden?
Studies van historische kledingstukken
In de jaren ’60 en ’70 van de 20ste eeuw hebben mensen als Janet Arnold - Patterns of Fashion (4 delen) en Norah Waugh - The Cut of Men’s/Women’s Clothes een schat aan informatie verzameld. Dit zijn echter geen patronenboeken, maar reconstructies van bestaande kledingstukken uit kostuumcollecties. Het is belangrijk om te onthouden dat we bij oudere patronen altijd te maken hebben met interpretaties, aannames en veronderstellingen. De lichaamsbouw van de drager is bijvoorbeeld essentieel voor het uiteindelijke kledingstuk, en deze zijn niet alleen per persoon erg bepalend geweest – ook is de lichaamsbouw van mensen in de loop der tijd behoorlijk veranderd.
Voor het maken van historische kleding is inmiddels een groot aantal boeken verschenen – al dan niet historisch verantwoord – veelal ontstaan vanuit de vraag naar historische kostuums voor theater. De kwaliteit van de boeken kan variëren, maar de keuze voor een bepaald systeem is vooral afhankelijk van wat men nastreeft in het kleermaken (gaat het puur om de uitstraling of moet het historisch kloppen? Hierover een volgende keer meer).
Een aantal voorbeelden van boeken zijn:
- Jean Hunnisett – Period Costume for Stage & Screen (5 delen) op basis van moulage
- Sarah Thursfield – The Medieval Tailor’s Assistant
- Ninya Mikhaila & Jane Malcolm-Davies – The Tudor Tailor
- Elizabeth Friendship – Pattern Cutting for Men’s Costume
- R.I. Davies – Men’s 17th & 18th Century Costume, Cut & Fashion
- Müller & Sohn – DOB/HAKA Historische Schnitte op basis van patronen
Patroonsystemen uit de 19de en vroeg 20ste eeuw
Met de invoering van de metrische schaal komt er internationaal een hausse aan patroonsystemen. Systemen uit de 19de en vroeg 20ste eeuw zijn tegenwoordig zeer gewild en daarom lastig te vinden. In de jaren ’90 hebben de Amerikaanse uitgevers Lacis Publications en R.L. Shep diverse 19de en vroeg 20ste eeuwse systemen in fascimile uitgegeven. Met voor kenners bekende namen als Minister & Co, Compaing & Devere, Charles Hecklinger, T.H. Holding en W.D.F. Vincent. Ook van Dover Publications zijn nog verschillende uitgaven met fascimile-patronen te koop. Deze kwalitatief goede boeken maken ook deze uitgaven inmiddels zeer gezocht, maar bieden kleermakers betere informatie dan de goedkope heruitgaven van oude (kleermakers)boeken – met scheef ingescande en ontbrekende pagina’s – die de laatste jaren de markt overspoelen.
Nieuwe patroonsystemen
Bij elk patroonsysteem dat uitkomt, wordt beweerd dat er geen beter systeem is. Toch verdwijnen de meesten al snel weer. Een aantal historisch waardevolle systemen zijn:
- Minister (diverse edities)
- Compaing & Devere (diverse edities)
- Europäische Modenzeitung (diverse systemen)
- Ladevèze (diverse edities)
- Guerre-Lavigne (diverse edities)
- The West-End System (diverse edities)
- The Cutter’s Practical Guide (diverse edities)
- Thornton (diverse systemen)
Sommige systemen zijn in meerdere talen uitgegeven en soms zelfs in het Nederlands, zoals Heinrich Klemm – Volledige Handleiding van het Dames-Kleedermaken (ca. 1890) en A. Darroux – De Knipmethode Ladevèze van den Parijschen Kleermaker (ca. 1915).
Op internet worden ook veel kant-en-klaar patronen voor historische kleding aangeboden. Omdat ik mijn patronen zelf teken, kan ik hierover weinig zeggen, behalve dat bij het vinden van ieder systeem en patroon zaak is ermee te gaan werken. Meer daarover is te vinden in het blog Het hanteren van historische patronen.